Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie is erop gericht om gedrag en gedachtepatronen te veranderen die klachten of problemen (mede) hebben veroorzaakt of die ze in stand houden. Iemand die stressklachten heeft, zou bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen kunnen leren, vaker ‘nee’ kunnen leren zeggen of nagaan door welke (negatieve en niet realistische) gedachten bepaalde situaties zoveel spanning veroorzaken.  Iemand die somber is, kan leren herkennen welke nare gedachten de somberheid veroorzaken of versterken, waar deze gedachten vandaan komen en onderzoeken of deze wel realistisch zijn. Mensen met sociale angst kunnen door experimenten of door anderen te observeren eens uitzoeken of het klopt dat mensen negatief reageren op bijvoorbeeld een stilte die in een gesprek valt. Deze vorm van therapie blijkt heel goed te werken bij onder meer somberheid, angsten, eetproblemen en onbegrepen lichamelijke klachten.

Het is een misverstand dat het bij deze aanpak alleen gaat over gedrag en gedachten, dus dat het een ‘rationele’ aanpak is. Juist de wisselwerking tussen gedrag, gedachten en gevoelens staat centraal. Een ander misverstand is dat het bij deze aanpak alleen om het hier en nu gaat. Gebeurtenissen uit het verleden en de betekenis hiervan kunnen zeker ook onderwerp van gesprek zijn, maar het is geen doel op zich. Wel een belangrijk kenmerk van deze aanpak is dat u zelf heel actief zult zijn. U zult niet alleen tijdens de gesprekken aan uw probleem werken, maar ook er buiten. Bijvoorbeeld door een dagboek bij te houden, een gesprek met iemand aan te gaan, een nieuwe vaardigheid te oefenen, een leuke activiteit in uw agenda te zetten of uw denkpatronen door een soort experimenten ‘uit te dagen’.

Duidelijke fimpjes over cognitieve gedragstherapie: